“Geloof jij in geesten?”
Dat vroeg mijn nichtje Cleo, we zaten een of andere vampierfilm te kijken. Geesten, beschermengelen…in boeken en films komen ze altijd zo makkelijk tevoorschijn. Er is alleen maar een wazig soort deur naar de schemerwereld waarin ze wonen.
“Ik weet het niet,” zei ik.
We besloten ter plekke dat we het gingen onderzoeken. Met een paar meisjes uit de buurt gingen we geesten oproepen. Dat kan met een glaasje en een kring van scrabble-letters eromheem. We hadden de lichten uitgedaan, er stonden alleen een paar kaarsen op tafel. Het duurde heel lang en het was behoorlijk saai eigenlijk. Maar toen begon die hele tafel ineens te schudden! Heel zachtjes, maar toch, iedereen voelde het. Cleo gilde het uit en het was meteen niet meer leuk. Ik deed snel het licht aan. Toen bleek dat een van die meiden stiekem haar telefoontje op trillen had gezet en tegen de tafel had geduwd. Dat was mijn (mislukte) geestenavontuur.
Maar toen ik eindelijk een keer echt met geesten te maken kreeg, was dat iets heel anders.
(Uit het aantekeningenboek van Isabel)